“Eigenlijk kwam ik bij De Hoop door een zelfmoordpoging. Ik had al vanaf mijn 15e hulpverlening, maar niets hielp me. Ik had pillen en drank genomen en werd wakker met politie en ambulancemedewerkers in huis. Ik moest mee naar het ziekenhuis. Dat wilde ik niet, want ik wilde echt niet meer leven.” Aan het woord is Henriëtte. Ze overwon misbruik, mishandeling en verslaving.
Na haar zelfmoordpoging vermijdt Henriëtte het ziekenhuis, maar ze weet wel dat ze hulp nodig heeft. “Ik kon een week naar een gesloten afdeling met schizofrene mensen. Dat leek me geen goed idee. Ik zat bijna een half jaar bij een vriendin in huis. Ik had helemaal geen energie meer.
"Als ik moest douchen, zag ik daar al als een berg tegenop."
Ik had teveel van mezelf gevraagd. Ik werkte in een instelling, op een gesloten afdeling voor mannen die vaak agressief waren, waardoor ik steeds meer last kreeg van het posttraumatisch stresssyndroom dat ik al had. Daarnaast werkte ik bij een projectontwikkelaar en was ik kapster. En ik deed een opleiding. Dat allemaal om maar niet stil te staan bij mijn pijn en verdriet én om mijn verslaving te betalen. Na een maand had ik maar één of twee vrije dagen, maar ik vond het niet erg om zo veel te werken. Dan had ik geen last van mijn herbelevingen.” Herbelevingen zijn onverwachte herinneringen aan traumatische gebeurtenissen. In het geval van Henriëtte hebben de herbelevingen te maken met seksueel misbruik door haar vader, de voortdurende angst waarin ze opgroeide, en mishandelingen en geweld die ze als volwassene meemaakte.
"Ik was ontzettend angstig in mijn eentje. Dan vlogen de eenzaamheid, de pijn en het verdriet mij aan en ging ik weer drinken."
Radeloosheid
Na haar zelfmoordpoging vragen meerdere mensen Henriëtte of ze weleens van De Hoop heeft gehoord. Ze besluit daar hulp te zoeken. Een half jaar staat ze op de wachtlijst. “Dat was moeilijk. Ik ging af en toe terug naar mijn eigen huisje, maar ik was ontzettend angstig in mijn eentje. Dan vlogen de eenzaamheid, de pijn en het verdriet mij aan en ging ik weer drinken. Ik goot me helemaal vol zodat ik geen pijn meer voelde en gelijk in slaap viel als ik naar bed ging. Mensen beweren dat een zelfmoordpoging ‘gewoon’ een roep om aandacht is. Maar ik weet van mezelf dat ik echt dood wilde. Mensen die zeggen dat het om aandacht gaat, hoeven niet dagelijks met de pijn te leven die ik had. Het is geen aandacht trekken, het is radeloosheid. Je doet het niet zomaar. Als ik aandacht wil, dan ga ik wel in een bar staan dansen.”
"Mensen die zeggen dat het om aandacht gaat, hoeven niet dagelijks met de pijn te leven die ik had. Het is geen aandacht trekken, het is radeloosheid."
Opgenomen
In oktober 2019 kan Henriëtte opgenomen worden bij De Hoop. “Die eerste dag duurt eigenlijk te lang,” vertelt ze. “Ik was meer dan twee uur onderweg om er te komen, omdat het zo druk was. Ik werd geholpen om al mijn spullen naar de afdeling te krijgen en kreeg uitleg over hoe allerlei dingen werken bij De Hoop. Mijn koffers werden doorzocht om te zien of ik niet iets had meegenomen wat niet mocht en ik kreeg beddengoed.”
"Ik zou het niet graag overdoen. Maar het heeft me erg geholpen"
4Life
Henriëtte krijgt behandeling voor haar verslaving en persoonlijkheidsproblematiek op de afdeling 4Life. “Het programma vond ik erg zwaar: iedere dag van half acht ’s morgens tot acht uur ’s avonds. Ik zou het niet graag overdoen. Maar het heeft me erg geholpen. Bij De Hoop ga je zien: wie ben je, waar liggen je trauma’s en triggers? Je gaat begrijpen waarom je de dingen doet zoals je ze doet.”
Gezwegen
“Mijn ouders zijn gescheiden toen ik zes was. We woonden op het platteland, waar mijn ouders een bedrijf hadden. Mijn vader ging steeds meer drinken en had een kwade dronk. Meerdere gezinsleden werden mishandeld. Mij begon hij te misbruiken. Hij zei altijd dat ik niets mocht zeggen tegen mijn moeder, omdat zij dan heel boos zou worden. Soms deed hij andere zieke dingen: hij nam me in mijn pyjama mee naar de kroeg, gewoon om mijn moeder te jennen. Toen mijn moeder met ons wegging, heeft hij al onze spullen, bedjes en speelgoed, naar buiten gegooid en in brand gestoken. Ik heb jaren gezwegen over wat mijn vader had gedaan. Ik had wel nachtmerries waar ik gillend uit wakker werd, maar mijn vader had het er zo ingeramd dat ik niets mocht zeggen, dat ik dat ook niet deed.”
Geloof
De verandering in Henriëtte begint al voordat ze naar De Hoop gaat. Ze vertelt: “Ik had een vriendin die christen is. Op een dag zei ze: ‘Ik heb God gesproken, en Hij vroeg wanneer je meegaat naar de kerk.’ Ik stond met mijn mond vol tanden. Ik had niets met de kerk, maar die vriendin en haar man hadden veel voor mij gedaan en ik wilde respectvol met hen omgaan. Dus ging ik mee. In de auto naar de kerk vroeg ze hoe het met me ging. Ik vertelde dat ik het gevoel had dat ik bedolven raakte onder de golven, dat ik probeerde naar boven te zwemmen voor lucht, en net als ik naar adem wilde happen er weer een golf over me heen kwam. In de kerk onderbrak de voorganger de dienst. Hij zei dat hij een woord van de Heer had.
"Er is een vrouw die het gevoel heeft dat ze bedolven raakt onder de golven..."
En toen begon hij te vertellen: ‘Er is een vrouw die het gevoel heeft dat ze bedolven raakt onder de golven, dat ze snakt naar adem en dat er dan weer een golf over haar heen komt.’ Ik keek mijn vriendin aan en ze zei: ‘Ik zei toch dat je mee moest gaan, wijfie. Deze is voor jou!’ Ik barstte in tranen uit. Ik wist: God bestaat echt. God ziet mij.”
Emoties
Uiteindelijk leert Henriëtte bij De Hoop hoe ze haar emoties moet uiten. “Wat je meestal als klein kind leert, leerde ik daar. Ik wilde zo graag weten hoe ik met emoties om moest gaan. Ik was de manier waarop ik leefde zo zat. Ik heb veel verkeerde keuzes gemaakt en ik weet dat ik nu gelukkig op het juiste pad zit. Daar wil ik niet meer vanaf!
Mijn zelfbeeld is zo laag door het misbruik en de mishandelingen. Ik heb pastorale zorg gehad. Ik moest leren dat God al voor de grondlegging wist wie ik was: zijn kostbare en geliefde dochter. Dat moest echt bij me landen. Als ik bij Gods Woord blijf, ben ik gelukkig. Ik zing al ’s morgens vroeg of ’s avonds onder de douche voor Hem.” Henriëtte lacht. “Niet iedereen is daar blij mee, maar ik laat me de mond niet meer snoeren!”
"Mijn tijd bij De Hoop was levensveranderend. Dat wil ik doorgeven.”
Toekomst
Na haar behandeling bij 4Life stroomde Henriëtte door naar een andere afdeling van De Hoop, PkBW: postklinische behandeling met wonen. Ze woonde daarbij op het terrein van De Hoop en kreeg begeleiding, maar had meer haar eigen daginvulling. Inmiddels is Henriëtte uit behandeling en werkt aan haar toekomst. “Ik wil nog graag De Man ontmoeten die God voor mij bestemd heeft. Ik zou ook graag een eigen gezinnetje hebben. Maar ik vind het lastig. Het duurt lang voordat ik een man durf te vertrouwen. Verder werk ik nu als fondswerver bij Vrienden van De Hoop (de stichting die fondsen werft voor De Hoop – red.). Ik krijg energie van alle evenementen die zij organiseren. Daar wil ik me graag voor inzetten. En daarnaast ben ik vrijwilliger bij Chris en Voorkom. Daar werk ik als ervaringsdeskundige. Ik deel mijn verhaal op basis- en middelbare scholen en neem jongeren mee in de gevaren van alcohol en drugs, verkeerde vrienden en foute keuzes. Mijn tijd bij De Hoop was levensveranderend. Dat wil ik doorgeven.”