Het verhaal van vrijwilligster Leny

Leny de Smit is al tien jaar vrijwilligster bij De Hoop. Twee zaterdagen in de maand komt deze kapster cliënten knippen. Overslaan doet ze niet graag. Enkele jaren geleden werd ze met een mes bedreigd. De volgende dag stond ze alweer tussen de cliënten. “Die man die me bedreigde was ook verslaafd, maar ik heb me op De Hoop nog nooit onveilig gevoeld.”

Ruim tien jaar geleden werd Leny uitgenodigd voor een rondleiding bij De Hoop. Ze vertelt: “Ik was gelijk geraakt. Later ben ik nog eens teruggegaan. Ik stond bij de receptie en zei: ‘Ik weet niet waarom, maar volgens mij moet ik hier wat doen.’ Toen is het idee geboren dat ik kapster zou worden voor de gasten.” (Binnen De Hoop worden cliënten gasten genoemd.) “Ik vond het vanaf het begin helemaal geweldig. Sommige gasten durven zichzelf als ze binnenkomen niet eens in de spiegel aan te kijken. Ik knip ze, praat met ze, geef ze koffie. Ik ben niet veroordelend en zeg niets negatiefs, en binnen een paar minuten beginnen ze te praten. Ik hoop altijd dat als ze weggaan ze blij zijn met hun haar, maar vooral ook met het gesprek.”

Brief
Leny zal de meeste gasten niet snel vergeten, maar ééntje raakte haar nog meer dan andere: “Deze jongen was nog maar pas opgenomen. Hij vertelde dat hij zijn vader anderhalf jaar niet had gezien, maar dat hij hem net voor zijn opname wel telefonisch had gesproken. Vader leefde op straat en was alcoholist; de zoon was aan meerdere dingen verslaafd. Ze hadden afgesproken dat ze elkaar na de behandeling van de gast zouden ontmoeten. Maar toen kwam het bericht dat vader dood op straat was gevonden. De gast vertelde dat hij de mevrouw van de uitvaartverzorging had gevraagd om een brief van hem voor te lezen bij de uitvaart. Ik vroeg waarom hij het niet zelf deed. Toen hij vertelde dat zijn familie hem niet meer moest vanwege zijn verslaving, raadde ik hem aan er nog eens over na te denken. ‘Doe het voor je vader,’ zei ik. ‘Als je het niet redt, kan die mevrouw het altijd nog overnemen.’ Ik heb ook een kaartje voor hem geschreven dat ik aan hem dacht en voor hem bad. Deze jongen heeft inderdaad zelf de brief voorgelezen. Later heeft hij hem ook aan mij voorgelezen. Hij vertelde dat sommige familieleden hem zelfs geknuffeld hadden.”

Kaartje
Het verhaal over deze gast gaat verder. “Hij is teruggevallen en heeft De Hoop verlaten. Veel later was ik samen met mijn dochter en vrienden uitgenodigd bij een diner dat voor daklozen werd gehouden. Toen hoorde ik dat deze gast buiten op me stond te wachten. Ik herkende hem alleen nog aan zijn blauwe ogen. Hij was dakloos en heel mager. Hij vroeg of ik alsjeblieft voor hem wilde blijven bidden.” Leny schiet vol terwijl ze het vertelt. “Ik zei dat ik natuurlijk voor hem bad, en toen zei hij: ‘Ik heb niets meer, behalve één ding. Je zult het niet geloven, maar ik heb nog steeds je kaartje.’ Zulke jongens zitten diep in mijn hart.”

Het artikel loopt verder onder de afbeelding.

"Ik ben zelf nooit verslaafd geraakt, maar ik kan me goed voorstellen dat het gebeurt."

Leny bij Cycle for Hope

Etentje
Leny heeft het zelf ook niet altijd gemakkelijk gehad. “Ik heb ze een moeilijke jeugd en een moeilijk huwelijk gehad. Mijn twee zonen zijn tegen mij opgezet door mijn ex-man. Ik ben zelf nooit verslaafd geraakt, maar ik kan me goed voorstellen dat het gebeurt. De gasten zijn zo belangrijk voor me. Ik doe hun haar, maar het gaat om het gesprek. Door het gesprek gaan ze anders weg.” De gasten betalen Leny een klein bedrag voor het knippen. Leny vertelt: “Eerst gooide ik dat bedrag gelijk in de bus bij De Hoop, maar later ben ik dat apart gaan leggen. Ik heb er na anderhalf jaar een etentje van verzorgd voor alle gasten die erbij wilden zijn. Het was geweldig. Sommige gasten dachten dat het mijn verjaardag was, maar het was voor hen.”

Eigen tijd
Leny is niet alleen vrijwillig actief als kapster: “Ik ben als verzorger meegegaan met Cycle for Hope Rondje Nederland. Ik vond het zo gaaf om met de gasten op te trekken. Eentje was gevallen en ik heb daarna zijn knie verzorgd. Ik praatte ook met de gasten die erdoorheen zaten. En voor Stichting Chris en Voorkom ben ik opgeleid om hun LEV-training te geven. Dan sta je steeds twee dagen op scholen voor weerbaarheidstraining. Ik doe het allemaal in mijn eigen tijd.” Ze lacht: “Sommige mensen in mijn omgeving verklaren me voor gek.”

Psychose
Ten slotte vragen we hoe het toch zat met die bedreiging. Leny legt uit: “Iemand in mijn eigen omgeving was verslaafd en stond op een dag voor de deur. Hij zweette enorm en was erg bleek. Het werd duidelijk dat hij een psychose had. Ik bracht hem met de auto naar het ziekenhuis. Toen we er bijna waren kreeg hij een woedeaanval en trok hij een enorm mes. Het was zo dicht bij me. Ik keek hem aan en het was alsof ik een beest aankeek. Ik ben al rijdend uit de auto gesprongen. De man is er in mijn auto vandoor gegaan, naar Rotterdam. Hij heeft daar een andere vrouw met de dood bedreigd. Ze hebben zes politiemensen nodig gehad om hem te bedwingen.”

Schild
Leny vertelt dat ze geen schade heeft overgehouden aan deze schokkende ervaring. “Ik had zo het besef dat het schild van God om me heen was. Een rechercheur belde me drie weken later nog eens op of het echt wel goed ging, maar ik had nergens last van. Mijn dochter wel: die heeft een week naast me geslapen. Die wist dat ik er niet meer had kunnen zijn. Maar ik ben de volgende dag gewoon weer naar De Hoop gegaan. Ik weet dat God erbij is.”