Casper vertelt: “Ik was een gevoelig kind en had moeite met leren. In groep zes had ik een lerares die daar niet tegen kon. Ze reageerde gefrustreerd als ik iets fout deed. Ik werd bang om dingen te vragen of om dingen fout te doen. Huiswerk werd heel vervelend. Ik schreeuwde soms dat ik dood wilde. In mij groeide de gedachte dat ik niets waard was. Ik durfde niemand meer dichtbij te laten komen.”

Krassen
Als Casper tien is begint hij in zijn huid te krassen. “Het krassen gaf me het gevoel of ik even van de wereld was. Ik sloeg mezelf ook als ik dingen niet begreep. Ik trok mezelf letterlijk de haren uit het hoofd.” Enkele jaren later moet Casper een studierichting kiezen. “Ik wist niet wat; ik dacht dat ik niets kon. Ik vond tekenen leuk en droomde van gitaar spelen in een band, maar ik koos voor de bouw. Er kwam opnieuw veel afwijzing: tijdens mijn stage werd ik uitgelachen als ik iets fout deed. Dat hakte er weer diep in.”

Bier
Op zijn zeventiende ontdekt Casper bier. “De eerste keer was ik dronken na twee biertjes. Ik vond het geweldig. Ik kan me niet herinneren dat ik in de twee jaar erna een weekend niet dronken was. In het begin was het veel lachen, maar de ellende kwam er ook uit. Soms schold ik mijn vrienden vreselijk uit. Een vriend had zijn vader verloren aan kanker en ik bleef daar maar over spotten, tot mijn vriend zat te huilen. Mijn vrienden gingen me ontlopen, begrijpelijk maar toch pijnlijk.”

"Een vriend had zijn vader verloren aan kanker en ik bleef daar maar over spotten"

Drugs
Casper krijgt andere vrienden, met wie hij hardcore-feesten bezoekt. “Daar kwam ik in aanraking met xtc. Mijn eerste pilletje vond ik het einde. Ik was euforisch: iedereen hield van me en ik hield van iedereen. Later kwam speed erbij. Dat versterkte nog meer de blije gevoelens. Maar na een jaar kwamen de negatieve kanten. Ik heb kantje boord mijn opleiding afgemaakt, maar kon daarna niet aan het werk. Ik kon nauwelijks mijn hamer nog optillen.

Leegte
Ik werd steeds meer paranoïde, verbitterd, somber. Ik genoot er altijd van om bij de dijk naar de zonsondergang te kijken. Ik stond daar een keer, keek naar de lucht en de zee, en zag alleen maar leegte. Ik had rond mijn zestiende God verlaten. Ik kon niemand toelaten in mijn ellende, dus God ook niet. Ik begon terug te denken aan de hoop die ik had toen ik nog geloofde. Dat begon me terug te trekken naar Jezus.”

"Ik genoot er altijd van om bij de dijk naar de zonsondergang te kijken. Ik stond daar een keer, keek naar de lucht en de zee, en zag alleen maar leegte."

De Hoop
Als Caspers moeder een keer in zijn auto zit, vindt ze drugs. Casper: “Dat was de zoveelste verbroken belofte dat ik niet meer zou gebruiken. Mijn ouders zeiden dat ik of hulp moest zoeken of het huis uit moest. Ik kreeg gesprekken in Rotterdam. Daar stelden ze voor dat ik naar De Hoop zou gaan. Ik schrok ervan. Ik probeerde ervoor te bidden, maar was heel onrustig. Na twee weken had ik een brandend gevoel op mijn hart: ik wist dat ik moest gaan. Bij De Hoop is er veel veranderd. Ik heb leren praten over mijn emoties, omdat ik dat anderen zag doen. Er was nog wel veel strijd en duisternis. Ik heb God erbij betrokken. Dat was het begin van mijn herstel.”

"Bij De Hoop is er veel veranderd. Ik heb leren praten over mijn emoties, omdat ik dat anderen zag doen."

In Christus
Na vier maanden gaat Casper naar huis. “Ik heb mijn ouders en zussen bij elkaar geroepen om alles bij te leggen: wat ik gedaan heb, de pijn die ik heb veroorzaakt, dat ik er niet was als ze me nodig hadden. Ik las veel in de Bijbel en groeide in de kennis over wie ik ben in Christus. Maar er groeide ook weer angst voor afwijzing. Ik wilde heel erg voldoen voor God en voor de mensen om me heen. Anders ging ik naar de hel, dacht ik. Ik heb laten bidden voor bevrijding van de afwijzing. Daarna is God zo veel dieper in me gaan werken. De angst ging er steeds meer uit.”

Kern
In 2018 begint Casper bij De Hoop aan de opleiding tot ervaringsdeskundige. “Ik ging cliënten begeleiden en kwam zo bij de kern van mijn eigen probleem: die lerares destijds was geen familie of vriend, maar een derde. Daardoor had ik angst voor derden. In mijn nieuwe baan moest ik daar juist naast staan! Maar ik heb het geleerd. Ik kan huilen van dankbaarheid om wat God me heeft gegeven aan talenten. Ik schilder nu, ik speel gitaar in de band van de kerk. Ik vertel mensen over Jezus zonder angst. Ik ben zo’n twee jaar vrij van zelfbeschadiging en tien jaar van harddrugs! Mijn leven is enorm aan het opbloeien.”

Na een moeilijke tijd komt Casper nu tot bloei en benut hij zijn talenten. Met jouw steun helpt De Hoop ook anderen op weg! Help je mee?