We praten over frambozen in de berm en zelfgemaakt bramenijs. We praten ook over suïcidale gedachten, de politie op de stoep en eenzame jaren in coronatijd. Een gesprek met Judy (19) danst alle kanten op. Het wisselt van luchtig naar zwaar en keert dan weer terug naar hoop. Dat eerlijke verhaal is ook Judy’s levensdoel. “Ik wil geen verhaal vertellen dat slecht begon en goed eindigt. Ik wil laten zien dat je het nog steeds moeilijk kunt hebben, dat het er mag zijn en dat je ín die struggle hoop kunt vinden.”

Doelgericht
Judy volgt op dit moment een dansopleiding. Ze stelt doelen per half jaar en begeleidt straks anderen om open te zijn over hun leerproces en gevoelens tijdens de opleiding. “Openheid is heel belangrijk bij dans. Dansen komt van binnenuit, je gevoelens en emoties spelen een grote rol. Je moet open durven zijn om goed te kunnen dansen.” Toch waren gevoelens niet altijd makkelijk voor Judy.

Omgekeerde rol
Met een chronisch zieke vader en een moeder in een burn-out, was Judy’s puberteit niet bepaald doorsnee. Door zijn ziekte heeft haar vader soms urenlang bloedneuzen, met liters bloedverlies tot gevolg. Dat doet veel met Judy. “Het is heel heftig om je vader zo te zien. In het ziekenhuis werd hij eerst ook niet serieus genomen, totdat we een keer al het bloed opvingen om te laten zien hoeveel het was.” Judy draagt thuis veel verantwoordelijkheden. Ze zorgt voor haar vader, doet het huishouden en kookt het eten. Deze omgekeerde rol valt haar zwaar. “Ik had zélf steun van mijn vader nodig, zoals een kind dat van zijn ouders krijgt. Maar nu moest ik voor mijn vader zorgen.”

Geef voor mensen zoals Judy

"Toen ik het leven niet meer zag zitten, heeft hij de politie gebeld.”

Uren alleen
Het werd nog donkerder voor Judy toen ze door coronamaatregelen elke dag thuis zat. “Ik weet van mezelf dat ik echt een sociaal dier ben. Maar in die tijd zat ik elke dag alleen thuis met mijn vader. Ik zat boven op mijn kamer en kon hem beneden horen. Als ik hem zijn neus hoorde ophalen, wist ik dat ik de komende drie uur niet naar beneden moest gaan. Dan had hij weer een bloedneus. Zelf zat ik soms tot twee uur ’s nachts te praten met online vrienden. Met hen ging het net zo slecht als met mij, dus dat hielp niet mee. Alle berichtjes die we naar elkaar stuurden, waren negatief. Als ik dan uiteindelijk ging slapen, zette ik midden in de nacht de wekker op 5 voor 9. Zo was ik nog net op tijd voor de online les van 9 uur.”

Uitzichtloos
Judy leefde in een eenzame roes. “Ik kan me van die tijd weinig meer herinneren. Ik was echt niet mezelf. Ik lag alleen maar op bed, omringd door mijn knuffels. Het voelde echt uitzichtloos voor mij. Ik was afgewezen voor de dansopleiding die ik in eerste instantie wilde doen, thuis waren allemaal problemen, ik sprak niemand meer en wist ook niemand die ik op kon bellen om mee af te spreken. Ik had alleen Daniël, een vriend die ook bij de Jumbo werkte. Met hem kon ik goed praten. Hij redde letterlijk en figuurlijk mijn leven. Toen ik het leven niet meer zag zitten, heeft hij de politie gebeld. Daar ben ik echt nog maanden kwaad om geweest.” Vanaf dan moet Judy zich twee keer per week melden bij de crisisdienst, iets wat ze met veel tegenzin doet. Ook komt ze op de wachtlijst van De Hoop. Het is een zware tijd voor iemand die eigenlijk meteen hulp nodig heeft. Samen met haar therapeut wordt geregeld dat Judy vervroegd naar het basisjaar van de Evangelische Hogeschool mag. De EH denkt veel met haar mee: Judy mag de tijd nemen voor haar proces en kan af en toe een uurtje bijkomen van therapie, als ze dat nodig heeft

Niet aanstellen
Judy leert tijdens haar therapie waarom ze vastliep. Haar thuissituatie was daar een deel van. “Ik wil niet naar mijn ouders wijzen, maar ik wil wel graag uitleggen hoe je gevormd kan worden door je opvoeding. Mijn ouders praten bijvoorbeeld niet over hun gevoelens. Ze kroppen alles op. Ik had hen als voorbeeld en ging dus ook zo met mijn problemen om. Ik zei tegen mezelf dat ik me niet moest aanstellen, dat ik door moest gaan. Er waren tenslotte vast nog altijd mensen die het erger hadden dan ik. Dat zorgde ervoor dat ik vanbinnen alles opstapelde en dat het uiteindelijk heel donker voor me voelde.”

Help mensen als Judy

“Ik wil laten zien dat je het nog steeds moeilijk kunt hebben en dat je ín die struggle hoop kunt vinden.”

Alleen
Judy had het gevoel dat ze bij niemand terecht kon. Dat gevoel werd versterkt door een gesprekje met haar moeder. “Ik vertelde een keer aan mijn moeder dat ik suïcidale ge – dachten had. Ze zei dat het een fase was en dat iedereen dat weleens dacht. Dat heeft me heel erg dwarsgezeten. We hebben het later nog uitgepraat en ze heeft zich er oprecht voor verontschuldigd. Mijn moeder dacht echt dat ze me op dat moment hielp.” Judy weet inmiddels wat op dat moment helpend was geweest. “Wat mij had geholpen, was iemand die me een knuffel gaf en zou vragen: ‘Wat heb je nodig?’ Iemand die met me mee zou kijken om te bedenken wat er nog wel voor oplossingen waren. Nu voelde ik me heel alleen. Ik had alleen God nog.”

Boos op God
Judy’s stem trilt. “Ik ben zó boos geweest op God. Waarom deed Hij mijn ouders, ons gezin en mij dit aan? Tegelijker – tijd was God het enige wat ik nog had. Mijn hele leven had ik gehoord: ‘God is goed, God is liefde…’ Maar er was zóveel ellende om me heen. In mijn leven, maar ook in de wereld. Toch bleef ik denken: er moét iets goeds zijn en dat is God. Dat was geen wanhoop, omdat ik anders niets meer had om aan vast te houden. Ik geloofde het echt en ik geloof het nog steeds.” Ze blijft even stil. “Mijn moeder zei later nog: ‘de dans – opleiding die je eigenlijk wilde doen, werd uiteindelijk gestopt. Omdat je verder moest zoeken, doe je nu deze opleiding waar je heel gelukkig mee bent. Als je toen toegelaten was tot de andere opleiding, had je uiteindelijk moeten stoppen.’” Judy lacht. “Het is alsof God dacht: ‘Je moet even wachten, het gaat moeilijk worden, maar ik heb iets beters voor je!’ Ik geloof daarom ook echt dat God mijn vaders ziekte kan gebruiken voor iets goeds.”

Ouder, volwassene, kind
“Als ik een sirene hoor, luister ik altijd even in welke richting de ambulance gaat. Gaat het richting ons huis? Het is een actief trauma, dat ik moet accepteren. In therapie leerde ik dat er drie rollen zijn die je kunt hebben. De kritische ouder, de gezonde volwassene en het kwetsbare kind. Ze mogen alle drie naast elkaar bestaan.” Judy verwijst naar een benadering, waarbij gedacht wordt dat je vanuit verschillende rollen handelt. Als gezonde volwassene stel je gezond grenzen en geef je jouw behoeftes aan. Soms verval je in gevoelens van hulpeloosheid en afwijzing en denk je als een kwetsbaar kind. Of je gedraagt je als een ouder. “Gelukkig zagen ze bij mij veel gedrag van een gezonde volwassene toen ik begon met therapie, dat gaf me veel hoop. Maar het kwetsbare kind in jezelf mag er ook zijn. Je herkent het kwetsbare kind aan de behoeften die je hebt. Wat voel ik, wat heb ik nodig en hoe kan ik zorgen dat ik krijg wat ik nodig heb? Dat hoeft er vervolgens niet meteen te zijn, het kan bij wijze van spreken ook volgende week dinsdag zijn. Als je er maar wat mee doet en het niet wegstopt. Want dan ga je het weer opstapelen.”

Bocht in de weg
Toen Judy haar behandeling had afgerond, nam ze het initiatief om samen met De Hoop een meidenavond te organiseren. Daar wilde ze haar verhaal doen, speciaal voor jonge meiden als zij. “Het is mijn levensdoel geworden om anderen te helpen. Ik wil mijn verhaal delen, omdat ik het zelf nodig had gehad dat een ander meisje dit verhaal aan mij vertelde, toen ik het moeilijk had. Wat ik te vertellen heb, is geen verhaal in de trant van: het ging slecht, ik heb eraan gewerkt en nu gaat het weer goed. Nee! Ik struggle nog steeds! En dat zal ik blijven doen. Maar ik kom wel vérder. Het is echt mijn doel om dát te vertellen. Het kan heel donker voelen en je kan denken dat het nooit meer goedkomt, maar er is licht aan het einde van de tunnel. En soms zie je dát zelfs niet meer. Maar er kan een bocht in de weg zitten, waardoor je het einde nu nog niet kunt zien. Het kan echt beter worden, als je maar blijft doorgaan.” En tot die tijd? “Als je het licht niet meer ziet, kun je ernaar zoeken óf proberen om zelf een lichtje te zijn. Dat is wat ik nu wil doen. Ik heb iets te vertellen en dus doe ik dat.”

Geef jouw steun

“Dansen komt van binnenuit, je gevoelens en emoties spelen een grote rol.”

Zoals jij het voelt, zo is het
Judy heeft een boodschap die haar van het hart moet. “Denk niet dat je gevoelens er niet toe doen. Het begint allemaal met acceptatie. Je mag voelen wat je voelt! Ik zou daar zo graag nog eens een artikel over willen schrijven. Je kunt een situatie of gevoel niet willen accepteren, maar het is er toch. Pas als je dat accepteert, kan je er iets mee doen. En je weet zelf het beste wát je voelt. Als ik nu tegen jou zeg: ‘jij hebt pijn aan je enkel’, dan denk je ook: waar heeft zij het over? Maar waarom laten we ons dan wel vertellen hoe we ons wel of niet mogen voelen? Zoals jij het voelt, zo is het voor jou. Dat mag je serieus nemen.”

Het mag er zijn 
Judy wil dat mensen beseffen wat de impact is van woorden. “Je kan niet zeggen: vandaag voel ik me goed, dus gisteren was er niets aan de hand. Stel: je hebt vandaag geen buikpijn, maar gisteren had je dat wel. Dan zeg je toch ook niet dat het er toen niet was? Het kan op en neer gaan. Dat is het nare aan mentaal ziek zijn: mensen denken soms dat het tussen je oren zit. Maar als je buikpijn hebt, ga je naar de dokter. En als je mentaal ziek bent, kan je naar een therapeut. Er is iemand die je kan helpen. Het is niet hopeloos. Als het er voor jou toe doet, mag je die hulp vragen. Ik vind het zo belangrijk dat mensen dit horen. Want een dokter kan levens redden. Maar naar een therapeut gaan als je die hulp nodig hebt… dat redt ook levens.” En deze sprankelende jonge vrouw kan het weten.

Judy heeft hoop gevonden te midden van moeilijkheden en deelt nu haar verhaal om anderen te helpen. Help je meer mensen als Judy?