Lukas’ leven is getekend door diepe dalen van lijden, seksueel misbruik en zelfhaat, maar ook door goddelijk ingrijpen, nieuw leven en heling. Samen met zijn ambulant thuisbegeleider Annet deelt hij openlijk zijn krachtige verhaal van strijd en herstel.
“Mijn wens is dat mijn verhaal hoop geeft aan anderen. Het is niet uitgesloten dat je na dertig jaar in de ‘hel’ te leven, door God opgeraapt wordt”, vertelt Lukas (63). Vorig jaar dacht hij hier heel anders over. “Ik zat heel diep in mijn depressie. Ik had talrijke dwangstoornissen. Eén daarvan was mezelf uithongeren. Op een gegeven moment kon ik niet meer goed eten. Ik kreeg drie hartinfarcten in twee jaar. De laatste was hier voor de deur”, zegt hij, terwijl hij wijst naar de hoofdingang van De Hoop. Zijn ambulant begeleider Annet (54) maakte dit proces van dichtbij mee. Annet: “We waren bezig met de voorbereidingen op jouw begrafenis. Ik had altijd hoop voor jou, maar hield er rekening mee dat het pas in de hemel goed zou komen.”
GODDELIJK INGRIJPEN
“Nu weet ik waarom ik die infarcten heb overleefd”, vertelt Lukas. “Op 8 september 2024 veranderde mijn leven. Ik stond die zondag voor een dichte kerkdeur, omdat het gemeenteweekend bleek te zijn. Ik sloot aan bij een dienst in een andere gemeente, maar ik vond geen rust. Ik ging naar huis. Daar werd de situatie waarin ik zat me ineens zo duidelijk. Uitzichtloos. Ik dacht: hopelijk word ik morgenochtend niet meer wakker. Ik stortte in en zei tegen de Heer: ‘Als U nu niets laat horen of Uw gezicht niet laat zien, dan ben ik dood. Neem de controle van mij over, ik kan het niet meer.’
Plotseling kreeg ik een warm gevoel in mijn lichaam. Ik ervoer totale vrede en had geen idee hoe dat kon. Ik voelde me zo vrij en mijn gevoel van zelfhaat was weg. Dat alles bleef.” Annet: “Met veel vreugde vierde ik deze verandering mee. Ik hield rekening met de mogelijkheid van een manie ( een periode van extreme energie en opgewektheid tijdens een depressie, red.).
Maar bij het horen van zijn verhaal dacht ik wel meteen: dit is een goddelijk ingrijpen.” Lukas vult aan: “Ik was onzeker, maar wist wel dat het totaal anders was dan wat ik eerder heb ervaren.” Annet vraagt: “Lukas, laat je mood tracker eens zien?” Lukas haalt zijn telefoon tevoorschijn met daarop een app waarmee hij zijn stemming bijhoudt. Voor 8 september gaf hij zijn dagen meestal een één of twee, op een schaal van één tot tien. Nu prijken er veelal zevens in zijn app.
“Ik mocht pas eten als ik mijn vader vertelde dat ik loog over het pesten.” - Lukas
EENZAAM
“Ik ben blij met dit ongelofelijke cadeau van de Heer”, zegt Lukas. Maar tegelijk kijkt hij terug op jarenlange strijd, pijn en verdriet. De oorzaak daarvan? Die start bij zijn wieg. Lukas: “Ik ben geboren in een antroposofisch gezin. Antroposofie is een manier van kijken naar de wereld, gebaseerd op de filosofie van Rudolf Steiner. Het ‘ik’ en de ontwikkeling daarvan, staat erg centraal.
Mijn ouders gingen vaak wekenlang naar conferenties van deze beweging. Voor hen was dat belangrijker dan zorgen voor de kinderen. Mijn broer, zus en ik woonden dan bij vrienden. Toen ik zes was, verhuisden we naar Duitsland. Ik kende geen Duits, was de jongste op een antroposofische school en werd enorm gepest. Mijn ouders geloofden dat niet. Ik had niemand die het voor me opnam en voelde me zo eenzaam. Het was zelfs zo dat ik ’s avonds bij mijn vader op een krukje moest zitten als hij thuiskwam. Ik mocht pas eten als ik hem vertelde dat ik loog over het pesten.”
ONZICHTBAAR
“Mijn moeder gaf overdag spraaktherapie aan kinderen. Ik zat dan in de kamer ernaast en moest heel stil zijn. Ik mocht pas uit de kamer als er even niemand was. Dat voelde beklemmend. Ik ontwikkelde een stoornis met de gedachte: ik mag niet bewegen en geen ruimte innemen. Ik wilde altijd eerlijk en betrouwbaar zijn, zodat ik geen fouten zou maken. Ik probeerde veel om de liefde van mijn ouders te krijgen. Deze strategie zorgde ervoor dat mijn ouders mij vertrouwden. Ik mocht als eerste van het gezin alleen thuisblijven, omdat mijn ouders wisten dat ik alles netjes hield. Als ze terugkwamen, was het alsof ik onzichtbaar was geweest.”
GEZIEN WORDEN
“Op elfjarige leeftijd werd ik éindelijk gezien. Mijn moeder gaf inmiddels spraaktherapie bij een kinderopvang voor geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen. De eigenaar van die opvang gaf mij aandacht. Ik mocht op zijn schoot achter het stuur in zijn Mercedes zitten. Of met een voetbal spelen, terwijl dat thuis niet mocht. Tegelijkertijd misbruikte hij mij drie jaar lang op seksueel vlak. Dat was totaal verwarrend. Ik was zo onthutst, dat ik volledig ontspoorde. Ik stapte bijvoorbeeld bij vreemde mannen in de auto, ging mee naar pornobioscopen en dronk veel alcohol. Ik weet niet waarom.” Annet: “Ik kan me zo goed voorstellen dat de aandacht van die man de hunkering naar het gezien worden aanwakkert. Je kunt seksuele handelingen op zo’n jonge leeftijd helemaal niet plaatsen. Dan kun je vreemde dingen gaan doen.” Lukas knikt: “Daarbij komt ook nog dat seksualiteit taboe was in mijn familie. Dat maakte de kloof groot.”
“Ik had het gevoel niet zelf het stuur in handen te hebben.” - Lukas
ZELFHAAT
Eenmaal volwassen is Lukas zelfstandig, maar tegelijkertijd onzeker. Lukas: “Ik was het gewend om alles alleen te doen, maar ik had het gevoel niet zelf het stuur in handen te hebben. Ik bewoog altijd met iedereen mee.” Annet: “Toch was je zakelijk gezien heel succesvol. Je stampte het ene na het andere bedrijf in Duitsland uit de grond en je maakte vrienden op het werk.” Lukas reageert: “Ja, ik was heel gedreven, ik moest succesvol zijn. Ook wilde ik graag een gezin en kinderen, maar ik was niet in staat om liefdesrelaties te onderhouden. Mijn drie kinderen van drie verschillende moeders zijn mij min of meer, maar tot mijn grote geluk, overkomen. Toen mijn oudste dochter vier was, ontstonden mijn depressies. De belangrijkste oorzaak was de zelfhaat die ik voelde. Toen drie van mijn vijf bedrijven failliet gingen, begon ik met blowen. Ik probeerde mezelf overeind te houden, door allerlei soorten banen aan te nemen. Maar ik hield het vaak niet lang vol.”
MACHINE
“Vanaf 1994 wist ik: ik ben depressief. Ik had permanente zelfmoordneigingen en verloor de controle. Ik sprak met therapeuten en van de psychiater kreeg ik medicijnen. Het hielp niets. De medicijnen maakten me zo vlak dat ik zelfs onverschillig werd tegenover het leven van mijn zoontje. Ook andere medicijnen hielpen niet. Ik voelde me net een machine, totaal dood. Toch wilde ik niet écht dood. Mijn kinderen mochten niet met een trauma achterblijven. Annet: “Toen kwam je heel plotseling naar Nederland. Achteraf zie je daarin Gods leiding.” Lukas: “Ja, ik besloot mijn huis in Duitsland op te zeggen. Mijn omgeving vond dat waanzin. Ik wilde opnieuw beginnen in Nederland. Eenmaal verhuisd, klopte ik aan bij De Hoop. Een christelijke organisatie, omdat ik geloofde in God. Ik groeide op in een antroposofisch gezin, maar toch kregen we christelijke waarden mee. Al was het geloof voor mij altijd een strijd. Met mijn therapeute kon ik alles delen. Dat had twee redenen: ik was er rijp voor om te delen en zij hielp vanuit liefde in Christus, maar tegelijk met professionele afstand. Ik voelde me gezien en kon alle moeilijke dingen delen.” Annet: “Ja, zij is heel belangrijk voor jou geweest. Met haar heb je zo’n band opgebouwd, dat je uiteindelijk durfde te stoppen met alcohol gebruiken en blowen.”
DRIJFHOUTJES
Tijdens die behandeling kreeg Lukas ambulante thuisbegeleiding van Annet. “We hadden meteen een klik”, vertelt Lukas. Annet: “Ik vroeg of er vertrouwen was en jij bevestigde dat. Al was jij zwaar depressief en was het moeilijk om contact met je te maken, we hadden ook hele mooie gesprekken. Je zou denken: pfoe, dat is zwaar, bij zo’n depressieve man over de vloer komen, maar dat voelde niet zo.” Lukas: “De gesprekken met jou en mijn therapeute waren mijn drijfhoutjes. Het was net voldoende om boven water te blijven en de week door te komen.”
Annet: “Ik heb jou in je zwartste zwart gezien: volledig depressief, vermagerd en zonder uitzicht. Op de een of andere manier was het oké om daarbij te zijn. Ik heb veel gebeden met de vraag: ‘God, wat is mijn taak bij Lukas?’ De afgelopen jaren waren een wonderlijk optrekken met jou. Ik zag altijd de potentie in je. Achter het voorhangsel van de depressie, schuilde de echte Lukas. Ik mocht stukjes horen van hoe jij de depressie ervoer. Je stelde je open en liet mij toe in je kwetsbaarheid. Natuurlijk ervaarde ik ook machteloosheid”, deelt Annet. “Maar tegelijkertijd ook dankbaarheid, omdat ik zo dicht bij jou mocht komen. Ik kon het ook zeggen als ik me machteloos voelde, het moeilijk vond en geen antwoorden had op jouw vragen. Eens in de zoveel tijd vroeg jij ook: ‘Trek je het nog?’” Lukas: “Je antwoord was altijd ‘ja’. Dankzij jou en anderen in mijn omgeving weet ik nu dat mensen ook volstrekt eerlijk kunnen zijn en mijn vertrouwen verdienen.” Annet: “En je leerde God vertrouwen. Wat hebben we veel samen gebeden. Toen ik het tijdens ons eerste gesprek vroeg: ‘Wil je bidden?’, was het antwoord ‘Nee’. Maar na drie maanden had ik het gevoel dat ik die vraag opnieuw mocht stellen en stond je er anders in. Sindsdien bad ik bij elk bezoek voor je. Maar sinds die 8 september bid jij ook zelf.”
“Ik heb veel gebeden met de vraag: ‘God, wat is mijn taak bij Lukas?’” - Annet
DIRECTE DRAAD
“Nu is mijn band met God onmisbaar en zonder enige storing. Hij doet wonderen en laat me niet los”, vertelt Lukas. “Sinds het goddelijk ingrijpen heb ik een directe lijn met de Heer. Naast mijn ongelofelijke cadeau, ligt er ook een opdracht. Ik krijg mogelijkheden om iets te doen en wil dat ook doen. Nu wacht ik op antwoord: ‘Wat is het volgende, Heer?’ Ondanks het herstel, is mijn oude leven niet opeens weg. Ik woon nog in dezelfde kale woning die jarenlang mijn innerlijk weerspiegelde en sommige patronen zijn lastig te doorbreken. Zoals mijn gewoonte om mezelf niet te laten zien. Ik moet ertegen vechten en naar buiten gaan om in contact te blijven met anderen. Ik ga er niet goed op als ik geen mensen spreek.”
OLIEVLEK
“Begin november lag mijn moeder op sterven. Door onze slechte relatie hadden we al 25 jaar geen contact. Ik bad: ‘God, hoe moet ik hiermee omgaan?’ Ik mailde mijn zus met de vraag: ‘Wil moeder mij zien?’ Ja, dat wilde ze. Ik leende een auto en reed naar Duitsland.” Annet: “Dat was eerder ondenkbaar, hè, door alle angsten en prikkels.” Lukas: “Dat klopt. Ik zat urenlang aan het bed van mijn moeder. Er was geen verwijt en ik voelde vrede en liefde zoals het hoort tussen moeder en zoon.” Annet: “En het wonder gaat door. God heeft zoveel kleine zaadjes geplant die zichtbaar worden. Het is als een olievlek die zich steeds verder verspreidt.” Lukas glimlacht: “Het bezoek aan mijn moeder was het begin van het herstel binnen mijn familie. Ik kwam in gesprek met mijn zus, broer, dochters en overige familie. Van hen kreeg ik bevestiging en erkenning van alle nare gebeurtenissen in mijn leven. Op 13 april werd ik gedoopt. Dat is voor mij een belangrijke en symbolische gebeurtenis om mijn verbinding met God te bevestigen.”
Denk jij aan zelfdoding? Neem 24/7 gratis en anoniem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of chat op 113.nl.