Peter Labrie (60) kwam tijdens zijn militaire diensttijd in aanraking met gokken. Langzaam maar zeker werd hij de verslaving ingetrokken. Ruim een miljoen gulden heeft hij in zijn leven vergokt. Daar bleef het niet bij. Jarenlang kon hij ook niet van de alcohol afblijven. Een eenzaam en zwervend bestaan volgde. Totdat de hoofdcommissaris van de politie Rotterdam hem vertelde over De Hoop. “Daar overwon ik mijn verslaving en kreeg mijn leven weer doel.”
Peter groeide op in een normaal gezin, samen met zijn vijf zussen en een broer. “Het was een warm gezin en ik heb een vrij normale jeugd gehad. Mijn vader dronk wel veel, maar was nooit agressief. Hij werkte hard en ik kwam nooit iets te kort. Buiten het gezin was dat wel anders. Ik werd heel veel gepest op school. Zowel op de basis- als op de middelbare school. Ik ben zelfs van de LTS afgegaan omdat het echt niet meer ging en ik het niet meer zag zitten. Mijn ouders en de school wisten wel dat ik werd gepest, maar er werd nooit iets aan gedaan. Achteraf denk ik dat toen de basis voor mijn verslaving is gelegd.”
Moederskindje
Op zijn 17e gaat Peter in militaire dienst. In een café komt hij voor het eerst in aanraking met gokken. “‘Laten we er wat in gooien’, zeiden mijn maten en ik tegen elkaar. Niet wetende dat het zo’n verslavende werking op me had. In het begin had ik het nog onder controle, maar het werd al snel erger. Op mijn 18e kwam ik weer uit dienst en ging ik fulltime werken. Ik verdiende veel geld en hoefde alleen maar kostgeld te betalen. Ik had nooit geleerd hoe ik met geld moest omgaan, dus ik kon doen en laten wat ik wilde. Toen mijn moeder op mijn 23e plotseling overleed, gingen alle remmen los. Ik was echt een moederskindje en haar overlijden hakte er hard in. Ik kon het niet verwerken en raakte in een isolement. Om de pijn te verdoven, gokte en dronk ik iedere dag. Niemand wist het. Het was mijn geheim.”
Uit huis gezet
Na het overlijden van zijn moeder blijft Peter nog een tijdje bij zijn vader wonen. Maar dat gaat niet helemaal goed. “Mijn vader en ik kregen steeds vaker ruzie en meningsverschillen. We waren water en vuur. Ik denk dat hij jaloers was dat ik meer geld verdiende dan hij op jongere leeftijd. Dat kon hij niet hebben. De moeilijke verhouding met mijn vader versterkte de verslaving alleen maar. De ruzies liepen zo hoog op, dat ik op een gegeven moment zelfs met een schaar voor hem heb gestaan. Ik wilde hem van kant maken. Zo erg was het. Gelukkig is dat niet gebeurd. Hij belde de politie en ik werd het huis uitgezet. Het Leger des Heils heeft uiteindelijk gezorgd voor een woning.”
De tekst loopt door onder de afbeelding.
Dubbele baan
Maar het einde van de verslaving is nog niet in zicht. Het gokken en drinken gaat onverminderd door. “Er was nooit een moment dat ik dacht: en nu stop ik. Mijn bankrekening liep leeg, maar het gevoel dat ik kreeg van gokken en drinken was zo fijn. De lampjes, de geluidjes, het spel… Het gaf me rust en ontspanning, en de drank haalde me weg bij mijn pijn en verdriet. Elke dag ging ik, zodra ik vrij was, naar het café. Daar dronk ik zo’n 15 à 16 glazen bier weg. Ik kon op de pof drinken, dus aan het eind van de maand betaalde ik pas de rekening. Wat over was, ging de gokkast in. Niemand die er iets van zei. Ik had in die periode twee banen. Bij de ene baan had ik me ziekgemeld, en ik nam een tweede baan als taxichauffeur erbij. Zo verdiende ik aardig bij. ’s Ochtends stond ik trillend op en dronk dan eerst een glas bier om het trillen te verhelpen, en vaak ook nog wodka om de dranklucht weg te krijgen. Daarna stapte ik in de taxi en deed mijn werk. Het is een wonder dat er nooit iets is gebeurd. Achteraf denk ik: hoe hield ik het vol? Maar een alcoholist voelt het op een gegeven moment niet eens meer.”
Criminele circuit
Peter raakt beide banen kwijt en de schulden lopen op. Hij belandt in het criminele circuit. “Ik opende de post niet meer en had een hoge huurschuld. Om toch te kunnen drinken en gokken, ging ik stelen. Ik pleegde woning- en auto-inbraken. Verstand op nul en het gewoon doen. Het maakte me allemaal niks meer uit. Ik zocht uit waar ik makkelijk naar binnen kon. Ik werd weleens opgepakt. Dan zat ik een of twee weken vast en daarna ging ik gewoon weer vrolijk verder. In de gevangenis kon ik natuurlijk niet gokken en drinken, maar eenmaal vrij begon ik gewoon weer.”
Zes hoog
Ondertussen woont Peter in Hellevoetsluis, maar niet voor lang. “Op een gegeven moment stonden de deurwaarders samen met de politie aan de deur. Ik werd het huis uitgezet. Ik liep naar het balkon en dreigde op dat moment van zes hoog naar beneden te springen. Pure wanhoop was het. Het was zo donker en mijn leven had totaal geen zin meer. De politie heeft me uiteindelijk naar binnen weten te praten. Ik werd bij het Delta Psychiatrisch Centrum in Poortugaal opgevangen. Daarna heb ik nog zo’n anderhalf jaar op straat geleefd. Een eenzaam bestaan. Mijn familie en verdere omgeving wisten al die tijd niet dat ik zo ver was afgezakt.”
De tekst loopt door onder de afbeelding.
“De lampjes en geluidjes gaven me rust en ontspanning, en de drank haalde me weg bij mijn pijn en verdriet.”
Klap met de Bijbel
In die periode zoekt Peter wel hulp en volgt hij diverse trajecten bij het Riagg en de stichting voor anonieme alcoholisten en gokkers. “Het werkte niet. Ik deed mijn verhaal en stapte vervolgens de eerste beste kroeg weer naar binnen. Aan een opname dacht ik niet, want ik wist niet waar ik naartoe moest. De hoofdcommissaris van de politie heeft me toen gewezen op De Hoop. Een christelijke instelling? Dat is niets voor mij. Ik dacht: als ik een keertje vloek of scheld, krijg ik gelijk een klap met de Bijbel op mijn kop. Dat was mijn beeld van De Hoop. Zelf was ik katholiek opgevoed, maar zei het geloof al snel vaarwel.”
Verstoppetje spelen
Toch meldt Peter zich aan bij De Hoop. Daar ontstaat het prille begin van een nieuw leven. “Op 5 mei werd ik opgenomen. Bevrijdingsdag heeft voor mij dus een dubbele betekenis. De tijd bij De Hoop was zwaar. Vooral de eerste maanden waren moeilijk. Ik ging in de therapieën op zoek naar het probleem. Waarom begon ik met gokken? We kwamen uit bij mijn jeugd. Het pesten en de verkeerde vrienden tijdens mijn militaire diensttijd kwamen langs, maar het overlijden van mijn moeder verzweeg ik. Ik speelde nog steeds verstoppertje. Dat zorgde ervoor dat de behandelingen moeizaam verliepen. Op een gegeven moment ben ik bij De Hoop weggelopen. Het ging wel weer en ik dacht het leven weer aan te kunnen. Na een paar dagen was het weer foute boel en viel ik terug in mijn oude patroon. Dat was ook niet wat ik wilde en ik besloot weer terug te gaan naar De Hoop. Gelukkig kreeg ik een herkansing. Toen pas vertelde ik over mijn moeder. Haar overlijden heb ik nooit verwerkt. Daar ging ik mee aan de slag. Ik had een stok achter de deur, want de rechter had gezegd dat als ik nog een keer de fout in zou gaan wat betreft inbraken, ik een flinke gevangenisstraf kreeg. Maar als ik het traject afmaakte bij De Hoop en op de goede weg bleef, verviel die.”
Blijdschap
Peter komt ook tot geloof bij De Hoop. “Ik kwam als een pittig mannetje binnen. De begeleiding bleef zo rustig en geduldig. Ik vroeg me af: Hoe kan dat nou? Waar halen jullie die rust vandaan, met alles wat hier gebeurt? Toen vertelden ze over het geloof en ik werd nieuwsgierig. Ik ging mee naar Nehemia, een evangeliegemeente. Eerst dacht ik dat ik in een sekte terecht was gekomen. Ze stonden zo te springen en te dansen. Die blijdschap kende ik nog niet. Daar is verandering in gekomen. Ik ben na mijn bekering naar de politie gegaan om schoon schip te maken. De dingen die ik had gedaan waren een blokkade tussen God en mij. Ik ben samen met de agent, die een dossier had van alle aangiften, langs de huizen gereden waar ik had ingebroken.”
De tekst loopt door onder de afbeelding.
Borderline
Langzaam maar zeker komt zijn leven verder op de rit. Bij De Hoop krijgt Peter de kans om een opleiding te volgen. “Ik zei tijdens mijn opname altijd dat ik vrachtwagenchauffeur was. Dat was een grote leugen. Ik kreeg de mogelijkheid om een opleiding daarvoor te volgen. Die kans heb ik met beide handen aangepakt. In de laatste fase van De Hoop ging ik ook daadwerkelijk aan de slag als vrachtwagenchauffeur. Dat mocht ik zes jaar doen. Toen kreeg ik rugklachten en werd ik afgekeurd. Opnieuw begon er een donkere periode. Ik werd depressief en de trigger om weer te drinken kwam terug. In mijn achterhoofd klonk wel altijd het stemmetje dat ik nooit meer terug wilde naar die periode van verslaving. Zonder God was ik denk ik wel de fout weer ingegaan. Gelukkig kreeg ik goede hulp bij Yulius, een ggz-instelling. Daar hebben ze me er doorheen geholpen. Ik kreeg toen ook de diagnose borderline. Dat was opnieuw een klap die ik moest verwerken, al viel ook het kwartje. Ik wist daardoor nog beter waar bepaald gedrag vandaan kwam. Ik heb nu medicatie en de borderline is goed onder controle. Nu ga ik niet meer van hoog naar laag, maar is er een stabiele lijn. Mijn rugklachten werden wel steeds erger en de afgelopen veertien jaar kreeg ik ook nog eens zes keer een beroerte. Op een gegeven moment liep ik zelfs met een rollator. Ik had het daar heel moeilijk mee en worstelde met God. Ik eiste van Hem dat Hij me zou genezen. Dat kon ik op een gegeven moment loslaten. ‘Doe het maar op Uw tijd’, zei ik tegen God. Zo’n zes jaar geleden heeft Hij mij genezen. Inmiddels kan ik veel beter lopen en heb ik zelfs een kranten- en folderwijk. Al moet ik zeggen dat ik denk dat de genezing van mijn verslaving een groter wonder is.”
"Ik ben dankbaar dat de politiecommissaris mij heeft gewezen op De Hoop."
Rust
Inmiddels is Peter dertig jaar clean. “Een hele overwinning waar ik trots op ben. Ik ben dankbaar dat de politiecommissaris mij heeft gewezen op De Hoop. Aan het begin dacht ik soms nog: hoe heb ik het zo ver laten komen? Ook het schuldgevoel naar de mensen van wie ik heb gestolen, heb ik een plekje kunnen geven. Ik weet dat er een God is Die vergeeft. Mijn vader heeft nog mee mogen maken dat ik clean werd. Dat vind ik bijzonder. Natuurlijk zoek ik geen casino op, maar ik kan nu gerust langs een gokautomaat lopen. Het doet me niks meer. Ik wil nooit meer terug naar het leven dat ik had, want dat was geen leven. Het was een bestaan vol eenzaamheid en onzekerheid. Een verslaving maakt echt alles kapot.”
Voorbeeld
Het is Peters verlangen om anderen tot voorbeeld te zijn. “Je leven kan drastisch veranderen als je bent afgekickt. Daar ben ik het levende bewijs van. Ze vragen soms ook hoe ik het volhoud. Maar kijk naar wat ik nu allemaal heb: een auto, een huis, mijn hondje Jill. Er is altijd hoop, al ben je nog zo verslaafd. Ik hoor anderen soms zeggen: ‘Maar ik kan het niet.’ Dan zeg ik: ‘Nee, je wil het niet. Kom uit die luie stoel en vertrouw op God.’ Veel verslaafden zien het nut er niet van in, omdat ze toch al een rotleven hebben. Maar als je van je verslaving af bent, krijg je een veel mooier leven terug. Er zullen hobbels en kuilen op je weg zijn, maar alles is te overwinnen. En ja, het is donker en ik snap dat je het niet meer ziet zitten, maar er is altijd een weg vooruit. Als je een moeilijke periode hebt, zoek dan gelijk hulp. Je hoeft je niet te schamen als er dingen in je leven moeilijk zijn of anders zijn gegaan dan je had gehoopt.”
De tekst loopt door onder de afbeelding.
Vertrouwen
Natuurlijk heeft Peter ook nog steeds moeilijke momenten in zijn leven. “Die leg ik bij God neer: ‘God, help me alstublieft, want ik weet het even niet meer.’ Dan ervaar ik rust, want Hij hoort mij. En ik zie dan wel wat God ermee doet. Ik vertrouw erop dat Zijn weg goed is. Hij voorziet in wat ik nodig heb. Ooit komt het helemaal goed, in de hemel of op de nieuwe aarde. Geen mensen die overlijden, geen verdriet en geen verslaving. Daar zie ik naar uit.”